Het kleine, kunstmatige, waaiervormige eilandje Dejima (ook wel gespeld als Deshima) werd in 1634 in opdracht van shogun Iemetsu aangelegd voor de huisvesting van in Nagasaki verblijvende Portugezen. De shogun wilde zo voorkomen, dat de Portugezen hun religie over de stad en Japan zouden kunnen verspreiden. Uiteindelijk zouden de Portugezen in 1639 uit Japan worden verbannen. Ter compensatie van het verlies van de handel met de Portugezen, werd de Nederlandse handelspost, die sinds 1609 op het eiland Hirado was gevestigd, verplaatst naar het leegstaande Dejima. De nieuwe handelsplaats in de baai van Nagasaki werd in 1641 in gebruik genomen. De toegang tot de haven was alleen gegund aan Nederlands en Chinese schepen. Tot en met 1859 was "築島, Tsukishima, Het eiland dat uitsteekt", zoals het eiland in de 17e eeuw werd genoemd, het enige contact tussen het nagenoeg geheel afgesloten Japan en de westerse wereld. Anno 2020 is Dejima al lang geen eiland meer en is het zelfs op luchtfoto's nog maar nauwelijks te herkennen. In 1922 werd Dejima door de Japanse regering aangewezen als Japans cultureel erfgoed. In 2006 werd Dejima heropend als openluchtmuseum.
Dejima in de baai van Nagasaki. Foto van één van de vier panelen in het Sieboldhuis, Leiden. De zeer gedetaillerde werken zijn gemaakt door Kawahara Keiga, in de 1820-er jaren. De vier werken maken deel uit van de Fisscher Collectie.
In 2018 heeft Museum Volkenkunde een topstuk aangekocht: het enig bekende kamerscherm door de Japanse schilder Kawahara Keiga (c.1786- c.1860). Omdat hij zo gedetailleerd schilderde, wordt hij ook wel de fotograaf zonder camera genoemd. Het formaat maakt het kamerscherm extra bijzonder. De baai van Nagasaki strekt zich uit over acht panelen; bij elkaar meer dan vier-en-een-halve meter breed. Prominent in het beeld is het eilandje Deshima te zien. Dit was eeuwenlang de Nederlandse handelspost in Japan. De Nederlanders waren de enige Europeanen die toegang hadden tot Japan. Links op het scherm staat de Chinese handelspost die daar ook te vinden was.
Dit meesterwerk is feitelijk de grootste afbeelding van de Japanse internationale relaties die via Nagasaki verliepen. Mede daardoor is het scherm van grote historische betekenis. Het werk is ruim 180 jaar oud, en de tijd heeft z’n sporen nagelaten. Japanse kamerschermen worden normaal elke eeuw een keer geheel opnieuw gemonteerd. Met dit scherm is dat nooit gebeurd. Het houten raamwerk van de acht panelen, de verschillende tussenlagen van papier en de schildering op zijde: elk onderdeel moet hersteld worden met zeldzame Japanse materialen en speciale technieken. Door onder andere de waterschade en de scheuren in het zijde was het werk in te slechte staat om te kunnen tonen. Nu de restauratie is voltooid is het kamerscherm in al haar pracht te bewonderen. Kijk voor het hele verhaal op de Deshima Experience van Museum Volkenkunde.
Halverwege de zeventiende eeuw sluit Japan zich af voor de rest van de wereld. Alleen Nederlanders waren nog welkom om handel te drijven. De Nederlandse vestiging op het kleine eiland Deshima, in de baai van Nagasaki, was tussen 1641 en 1853 de enige plaats waar Japanners contact hadden met de buitenwereld. Tot 1800 was de VOC verantwoordelijk voor deze handelspost, daarna nam de Nederlandse overheid deze verantwoordelijkheid over. Via deze plek werden niet alleen handelsgoederen uitgewisseld, maar ook informatie. Voor Nederlanders en daarmee ook voor andere Europeanen, was Deshima dé toegang tot Japan. Voor Japanners vormde het eiland een portaal voor informatie over de rest van de wereld. Dit zijn zes detailfoto's van een prent in Het Scheepvaartmuseum, Amsterdam.
Dejima In de loop der tijd komt de naam van het kleine eiland in oude bronnen in verschillende varianten voor: 't Eylant Schisma, Decima, Deshima of Desjima. In het huidige Japans wordt de naam geschreven als: 出島.