Het grondgebied van de Sámi, Sameätnam (Sápmi), strekt zich uit van de noordelijke helft van Noorwegen, Zweden en Finland, alswel bijna het hele Kola Schiereiland in Rusland. De helft van de ongeveer 70.000 Sámen woont in Noorwegen; Zweden telt er 17.000, Finland 5000 en in Rusland nog ongeveer 2000. De Sámi hebben hun eigen taal, die ook op scholen in het gebied wordt onderwezen. De taalverschillen tussen het noordelijke- en zuidelijke leefgebied van de Sámen zijn echter zo groot, dat onderlinge communicatie moeilijk is.
Aan het eind van de laatste Ijstijd, zo'n 10.000 jaar geleden, vestigden zich de eerste mensen in Sápmi. In eerste instantie alleen langs de kusten en met het smelten van het landijs meer landinwaarts. De eerste jagers, vissers en verzamelaars lieten maar weinig sporen achter. Hier en daar in het gebied vinden we restanten van bewoning: pijlpunten, stenen werktuigen en andere bewerkte gereedschappen.
Vanaf zo'n 4000 jaar geleden vestigt een deel van de vissers en jagers zich in min of meer permanente nederzettingen langs de Atlantische kust. Ze bewerken het land en verbouwen voedsel. Er ontstaan handelscontacten met mensen uit de zuidelijke delen van Scandinavië. Taal en cultuur worden daardoor beïnvloed. Die invloeden waren bij de meer nomadische groepen in het Noorden veel kleiner.
|
Storfjord Nasjonalpark
"The Sámi, People of the Sun and the Wind", door Sunna Kuoljok en Johan E. Utsi (Jokkmokk, 1993) biedt een goede inleiding in de culttu en de taal van dit bijzondere volk.
|
|
Gemakkelijk zoeken op Noarderljocht.....
|